KYBYS lanceerde onlangs de KYBYS-keuzeladder met onze visie en voorkeuren voor verschillende typen velden. Deze ladder hebben we opgesteld nadat het risicocomité van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) adviseerde vanaf 2023 een verbod op microplastics in te stellen. Dit heeft ook gevolgen voor kunstgrasvelden. In een eerder artikel gingen we al in op non-infill velden. Maar er zijn meer alternatieven voor SBR en TPE in kunstgrasvelden.

Natuurgrasvelden zijn onze eerste keuze. Dit is echter niet altijd een mogelijkheid bijvoorbeeld door een gebrek aan ruimte of het gewenste aantal speeluren. Wij raden dus altijd aan eerst een goede behoefte- en capaciteitsberekening uit te laten voeren en daar de keus voor natuur- of kunstgras op te baseren. Ook kijken we daarbij naar het beschikbare budget. Vergelijk de aanleg-, renovatie- en onderhoudskosten van een kunstgrasveld maar eens met het onderhoudsbudget van natuurgras. Dat laatste is echt voordeliger.

Mocht non-infill niet passen bij de wensen en middelen van de gemeente, dan zijn er nog andere mogelijkheden. Een populaire natuurlijke infill is kurk, eventueel gecombineerd met kokos, maïskolven of olijfpitten.  Omdat kurk lichter is dan water kan het gaan opdrijven. Daarnaast kan door vergruizing van de kurk de infill gaan compacteren wat de waterdoorlatendheid niet ten goede komt. Door het te combineren met een andere component wordt het geheel wat zwaarder waardoor het beter in de mat blijft zitten, maar ook luchtiger wat goed is voor de waterdoorlatendheid. Kurk heeft zich inmiddels ook in Nederland wel bewezen als een goed alternatief. Maar: als het verbod op polymerische infill ingaat, zal de vraag naar kurk stijgen en daarmee ook de prijzen.

Natuurgrasvelden zijn onze eerste keuze. Dit is echter niet altijd een mogelijkheid bijvoorbeeld door een gebrek aan ruimte of het gewenste aantal speeluren. Wij raden dus altijd aan eerst een goede behoefte- en capaciteitsberekening uit te laten voeren en daar de keus voor natuur- of kunstgras op te baseren. Ook kijken we daarbij naar het beschikbare budget. Vergelijk de aanleg-, renovatie- en onderhoudskosten van een kunstgrasveld maar eens met het onderhoudsbudget van natuurgras. Dat laatste is echt voordeliger.

Mocht non-infill niet passen bij de wensen en middelen van de gemeente, dan zijn er nog andere mogelijkheden. Een populaire natuurlijke infill is kurk, eventueel gecombineerd met kokos, maïskolven of olijfpitten.  Omdat kurk lichter is dan water kan het gaan opdrijven. Daarnaast kan door vergruizing van de kurk de infill gaan compacteren wat de waterdoorlatendheid niet ten goede komt. Door het te combineren met een andere component wordt het geheel wat zwaarder waardoor het beter in de mat blijft zitten, maar ook luchtiger wat goed is voor de waterdoorlatendheid. Kurk heeft zich inmiddels ook in Nederland wel bewezen als een goed alternatief. Maar: als het verbod op polymerische infill ingaat, zal de vraag naar kurk stijgen en daarmee ook de prijzen.

Een nieuwe innovatie is de hout-infill, een volledig natuurlijk product. De eerste pilotvelden zijn in Nederland inmiddels aangelegd, datzelfde geldt voor velden met organische infill. Er is echter een groot nadeel: het is onduidelijk wat de infill doet op lange termijn. Organisch materiaal vergaat uiteindelijk en je wil natuurlijk dat een veld zolang mogelijk meegaat. De ontwikkelingen gaan razendsnel maar de vraag is of dat de juiste weg is. Het ontwikkelen van nieuwe producten is heel duur. Moeten we dan inzetten of alternatieve (organische) infill of juist de non-infill velden gaan door ontwikkelen?

We weten inmiddels dat SBR en TPE risico’s voor de natuur, milieu en onze gezondheid betekenen. Sporttechnisch scoort – met name SBR – nog altijd het beste. Het is veerkrachtig en stabiel. De spelvoordelen van deze infill wegen echter niet meer op tegen de risico’s. Hoewel SBR en TPE nog tot 2029 gebruikt mogen worden, raden wij dat af. Want kun je het als gemeente en vereniging maatschappelijk nog verantwoorden om een product te gebruiken waarvan je weet dat er een verbod komt? En dan hebben we het nog niet eens gehad over de risico’s voor het milieu. Wij vinden daarom van niet en zullen altijd onze infill-keuzeladder hanteren.

Wil je meer weten over onze infill-keuzeladder en onze visie? Kom dan naar de Nationale Sport Vakbeurs. Onze projectleiders gaan graag met je in gesprek en helpen je op weg naar een duurzaam en toekomstbestendig sportveld.

Een nieuwe innovatie is de hout-infill, een volledig natuurlijk product. De eerste pilotvelden zijn in Nederland inmiddels aangelegd, datzelfde geldt voor velden met organische infill. Er is echter een groot nadeel: het is onduidelijk wat de infill doet op lange termijn. Organisch materiaal vergaat uiteindelijk en je wil natuurlijk dat een veld zolang mogelijk meegaat. De ontwikkelingen gaan razendsnel maar de vraag is of dat de juiste weg is. Het ontwikkelen van nieuwe producten is heel duur. Moeten we dan inzetten of alternatieve (organische) infill of juist de non-infill velden gaan door ontwikkelen?

We weten inmiddels dat SBR en TPE risico’s voor de natuur, milieu en onze gezondheid betekenen. Sporttechnisch scoort – met name SBR – nog altijd het beste. Het is veerkrachtig en stabiel. De spelvoordelen van deze infill wegen echter niet meer op tegen de risico’s. Hoewel SBR en TPE nog tot 2029 gebruikt mogen worden, raden wij dat af. Want kun je het als gemeente en vereniging maatschappelijk nog verantwoorden om een product te gebruiken waarvan je weet dat er een verbod komt? En dan hebben we het nog niet eens gehad over de risico’s voor het milieu. Wij vinden daarom van niet en zullen altijd onze infill-keuzeladder hanteren.

Wil je meer weten over onze infill-keuzeladder en onze visie? Kom dan naar de Nationale Sport Vakbeurs. Onze projectleiders gaan graag met je in gesprek en helpen je op weg naar een duurzaam en toekomstbestendig sportveld.

Wil je meer weten over de verschillende mogelijkheden voor infill? Neem dan gerust contact op met mij.

Joris van der Cammen